• Expirerende lijfrente

    • Expireert uw lijfrente binnenkort? Of is de einddatum van uw lijfrentepolis al gepasseerd? Tijd om te bepalen wat u met deze expirerende lijfrente (ook wel vrijkomende lijfrente of uitkerende lijfrente genoemd) gaat doen. Er zijn globaal 2 mogelijkheden: u laat uw lijfrente nog even verder renderen, of u laat het uitkeren. Binnen deze 2 opties zijn er diverse mogelijkheden. Wij helpen u graag bij deze beslissing.

    • Lijfrente uit laten keren

    • Wilt u uw lijfrente uit laten keren als aanvulling op uw AOW en eventueel uw pensioen? Dan kunt u een direct ingaande lijfrente starten. Met een direct ingaande lijfrente krijgt u maandelijks (of per kwartaal als u dat wilt) een uitkering. In principe start de uitkering op zijn vroegst in het jaar dat u uw AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Daarnaast is de minimale looptijd 5 jaar. Maar langer is ook toegestaan. U kunt uw lijfrentekapitaal onder brengen bij een verzekeraar, maar ook bij de bank via banksparen. Banksparen levert in alle gevallen meer op dan de lijfrenteverzekering.

    • Overbruggingslijfrente

    • Wilt u uw lijfrentekapitaal voor uw AOW leeftijd laten uitkeren en dus gebruiken als overbruggingslijfrente? Dan kunt u alleen terecht bij de lijfrenteverzekeraars. Banken zijn wettelijk niet toegestaan een overbruggingslijfrente uit te voeren.

    • Oud regime lijfrente

    • Heeft u een oud regime lijfrente? Dan heeft u meer mogelijkheden. Zo kunt o.a. de uitkeringen uit een lijfrente schenken aan uw (klein)kinderen.

    • Lijfrente verder later renderen

    • Wilt u uw lijfrentekapitaal nog niet laten uitkeren en dus laten staan? Ook dan moet u in actie komen. Als u dat niet doet, dan staat uw lijfrente straks renteloos bij uw huidige verzekeraar. Ook hier geldt dat u de hoogste rente kunt behalen bij de bank met via banksparen. Anders dan bij de lijfrenteverzekering is een lijfrente bankspaarrekening een geblokkeerde spaarrekening zonder ingewikkelde verzekeringsconstructies. Naast de hogere rente zijn er meer voordelen van banksparen t.o.v. de lijfrenteverzekering: Bij banksparen gaat de opgebouwde lijfrente ook bij overlijden naar de nabestaanden. Bij een verzekering kan dit alleen tegen een extra premie; Bij banksparen is het depositogarantiestelsel van toepassing. Als de bank failliet gaat krijgt u uw geld tot € 100.000 terug.

  • Wat is lijfrente sparen - Onder lijfrente sparen verstaan wij op deze site de mogelijkheden die banksparen biedt bij een expirerende lijfrente. Wij hebben op deze site bewust een onderscheid aangebracht tussen pensioensparen en lijfrente sparen omdat er hele specifieke mogelijkheden bestaan en specifieke regels gelden bij een expirerende lijfrente. Deze mogelijkheden en regels wijken deels af van het gewoon opbouwen van een pensioen (pensioensparen). Op andere websites en in andere publicaties worden de termen pensioensparen en lijfrente sparen soms door elkaar gebruikt. De betekenis van lijfrente sparen is dan veel breder, namelijk alle banksparen mogelijkheden die te maken hebben met het opbouwen of uitkeren van pensioen. Op deze pagina vindt u enige informatie over de mogelijkheden van banksparen bij een expirerende lijfrente. Omdat het ingewikkelde materie is, kan het raadzaam zijn om bij een expirerende lijfrente een deskundig adviseur in te schakelen.

  • Op het moment dat er sprake is van een pensioentekort, kunnen Nederlanders middels het storten van geld op een lijfrenteproduct (banksparen of een pensioenverzekering) tijdens het werkzame leven aanvullende pensioen opbouwen. Deze mogelijkheid bestaat al decennia lang, alhoewel er in de loop van tijd een aantal belangrijke wijzigingen heeft plaatsgehad op het gebied lijfrentes (zie verder op deze pagina). Een lijfrenteproduct waarin vermogen opgebouwd kan worden, kent een bepaalde looptijd. Dit wordt ook wel de opbouwfase genoemd. Op het moment dat het einde van de opbouwfase wordt bereikt, wordt gesproken van een expirerende lijfrente. De lijfrente expiratie is dus het moment waarop de opbouwfase afloopt en bepaald moet worden wat er met het opgebouwde vermogen dient te gebeuren.

  • Op het moment dat een lijfrente expireert, dient bepaald te worden wat er met het opgebouwde vermogen binnen de lijfrente moet gebeuren. Niet voor alle expirerende lijfrentes zijn deze mogelijkheden gelijk. Omdat er in het verleden een aantal keren fiscale wijzigingen hebben plaatsgevonden, geldt dat de mogelijkheden bij oude lijfrenteverzekeringen ruimer kunnen zijn dan bij nieuwe lijfrenteverzekeringen of bancaire lijfrentes. In de pensioenwereld praat men over verschillende fiscale regimes waar een lijfrenteproduct onder kan vallen. Hieronder zetten wij voor u op een rij wanneer een lijfrenteverzekering valt onder het oude regime en wanneer een lijfrenteverzekering valt onder het nieuwe regime.

    • alle lijfrenteverzekeringen die ingegaan zijn voor 16 oktober 1990;

    • alle lijfrenteverzekeringen die ingegaan zijn op of na 16 oktober 1990 maar voor 1 januari 1992 en waarbij sprake is van een koopsom storting (bedrag ineens gestort in de polis).

    • alle lijfrenteverzekeringen die ingegaan zijn op of na 1 januari 1992;

    • alle lijfrenteverzekeringen die ingegaan zijn op of na 16 oktober 1990 maar voor 1 januari 1992 en waarbij sprake is van een gespreide betaling van de premies (bedrag in perioden gestort in de polis);

  • Bancaire lijfrentes (banksparen) bestaan al sinds 1 januari 2008; zij vallen onder het nieuwe regime.

  • Zoals hierboven aangegeven, kan een expirerende lijfrente op verschillende manieren aangewend worden. Op deze pagina gaat het specifiek om de mogelijkheden van lijfrente sparen (banksparen).

  • Op het moment dat een oude lijfrente expireert, heeft u bij lijfrente sparen 2 mogelijkheden: u kunt de uitkering van de lijfrente uitstellen of u kunt de lijfrente periodiek laten uitkeren. Deze mogelijkheden worden hieronder beschreven. Verder op deze pagina vindt u een overzicht van de belangrijkste voorwaarden waaraan voldaan moet worden.

  • Op het moment dat u het geld uit de lijfrente nog niet nodig heeft, kunt u er voor kiezen om de uitkering uit te stellen. U kunt dan een uitgestelde bankspaarrekening openen waarop u het lijfrentekapitaal stort. Gedurende de uitstelfase vinden er dus nog geen uitkeringen plaats en kan er gekozen worden om met het geld op de bankspaarrekening te sparen (lijfrentespaarrekening) of te beleggen (lijfrente beleggingsrecht). Uitstellen mag wettelijk tot vijf jaar na de AOW-datum.

  • Op het moment dat u het geld uit de expirerende lijfrente wenst te ontvangen als (aanvulling op uw) inkomen, kunt u kiezen voor een direct uitkerende bankspaarrekening. U stort het lijfrentekapitaal dan op deze bankspaarrekening waarna het kapitaal in periodieke betalingen aan u wordt uitgekeerd.

  • Om in aanmerking te komen voor de belastingvoordelen van lijfrente sparen, dient voldaan te worden aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hierboven al deels aan bod gekomen. Zie voor de voorwaarden en uitkeringen, de website van de belastingdienst voor meer informatie.

  • Op het moment dat de rekeninghouder van een bankspaarrekening komt te overlijden, gaan de rechten van de rekening over op de erfgenamen. Het is bij een bankspaarrekening dus niet mogelijk om een andere rekeninghouder of begunstigde aan te wijzen. Op het moment dat het wenselijk is om de uitkeringen bij overlijden aan specifieke personen toe te wijzen, dan zal dit dus eventueel in een testament moeten worden geregeld.

  • Banksparen is niet de enige optie die u heeft bij een expirerende lijfrente. U kunt ook kiezen voor een verzekeringsoplossing (lijfrenteverzekering).

  • Tegen de tijd dat je de pensioengerechtigde leeftijd nadert, wordt het tijd voor de uitkeringsfase. Het opbouwde lijfrentetegoed komt vrij, je hebt dan een expirerende lijfrente. Hiermee kun je bij dezelfde verzekeraar een uitkerende lijfrenteverzekering afsluiten. Maar je kunt met het geld ook een uitkerende lijfrente afsluiten bij een andere verzekeraar of de uitkering via banksparen laten lopen bij een bank. Hoe zorg ik ervoor dat de uitkering van mijn lijfrente zo hoog mogelijk is?

  • Als uw lijfrente afloopt (expireert), krijgt u bericht van de verzekeringsmaatschappij waar u het kapitaal hebt opgebouwd. Bij dat bericht zit vaak een offerte, zodat u kunt zien welk bedrag u per maand krijgt gedurende welke periode. Daar kunt u mee akkoord gaan, maar dat is geen verplichting. U kunt het opgebouwde kapitaal ook laten uitkeren door een andere – wellicht voordeliger – maatschappij. Houd er bij het overstappen wel rekening mee dat niet alle verzekeraars even snel zijn. Oriënteer u dus tijdig.

  • Dat verschilt per persoon. De hoogte van de uitkeringen verschilt sowieso per maatschappij, maar is ook afhankelijk van uw wensen. Wilt u de lijfrente per maand, per kwartaal of per jaar laten uitkeren? En hoe lang wilt u een uitkering ontvangen? Welk risico wilt u nemen met het geld? Wilt u het laten beleggen of juist niet? Allemaal zaken die de hoogte van de uitkering beïnvloeden. Vraag daarom altijd meerdere offertes aan. Dat kan u duizenden euro’s per jaar opleveren! En soms is banksparen een aantrekkelijk alternatief.

  • Mijn lijfrente loopt binnenkort af, maar ik heb besloten om langer te blijven werken. Kan ik de uitkeringen opschorten?

  • Ja, dat kan. U hoeft daarvoor overigens niet te blijven werken; u kunt er zonder opgaaf van reden voor kiezen om de lijfrente te parkeren. In het jargon heet dit ‘uitgesteld voortzetten’. Vraag in dat geval wel naar de eventuele kosten en rentevergoeding. Dit verschilt sterk per verzekeraar; soms kan parkeren ongunstig uitpakken. In dat geval kunt u uw geld bij een andere maatschappij stallen tegen gunstiger voorwaarden. Mocht u dus besluiten de betalingen op te schorten, dan kan het lonen om meerdere offertes op te vragen.

  • Ja, dat kan. De lijfrentes en koopsommen hoeven daarvoor niet op hetzelfde moment af te lopen. Sterker nog: samenvoegen is niet alleen makkelijker, het is in veel gevallen ook voordeliger. Verzekeraars hebben namelijk liever een grote klant dan klanten met ‘kruimelwerk’. Dat betekent dat u kunt onderhandelen over betere voorwaarden op het moment dat u gaat samenvoegen. Let wel op de datum waarop u de polissen hebt afgesloten, want de mogelijkheden voor zogeheten oud- en nieuw-regimepolissen verschillen.

  • Dat zijn koopsompolissen die zijn afgesloten voor 1 januari 1992, en lijfrenteverzekeringen tegen premiebetaling die zijn afgesloten voor 16 oktober 1990. Hebt u een oud-regimepolis die u na het afsluiten hebt verhoogd? Dan is het van belang dat de verhoging heeft plaatsgevonden met een zogeheten optieclausule. Zonder zo’n clausule hebt u te maken met een nieuw-regimepolis. Dat is nadelig, want met een oud-regimepolis mag u in de regel meer. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een direct ingaande lijfrente, het moment van uitkeren uitstellen, de polis (elders) verlengen, de polis doorschuiven naar de (klein)kinderen of deze direct laten uitkeren (afkopen).

  • Nieuw regime polissen zijn afgesloten na 1 januari 1992 (koopsom) of 16 oktober 1990 (premie). Deze polissen kunt u alleen omzetten in:

    • een overbruggingslijfrente (kapitaal moet zijn opgebouwd voor 1 januari 2006; de ingangsdatum is vrij, maar deze lijfrente keert alleen uit tot 65-jarige leeftijd).

    • een tijdelijke oudedagslijfrente (uitkering vanaf 65 jaar met een minimum looptijd van vijf jaar).

    • een levenslange oudedagslijfrente (levenslange uitkering met een vrij te kiezen ingangsdatum die ligt voor of na de 65ste verjaardag).

  • Als degene op wiens naam de polis staat komt te overlijden, eindigen in principe de uitkeringen. De verzekering is immers afgesloten op een ‘lijf’. Daar is wel wat aan te doen. U kunt een zogeheten contraverzekering afsluiten, maar daar zijn wel kosten aan verbonden. Een ander nadeel van zo’n contraverzekering is dat de uitkering voor de nabestaande in de loop van de jaren daalt. Sommige verzekeraars kiezen er zelfs voor om helemaal niet uit te keren wanneer de verzekerde bijvoorbeeld een of twee jaar voor het aflopen van de polis overlijdt. Let dus goed op de voorwaarden en de kosten van de contraverzekering.

  • Een lijfrenteverzekering is een belastingvriendelijke pensioenspaarvorm. De inleg kan, onder bepaalde voorwaarden, worden afgetrokken van de inkomstenbelasting. Ook hoef je geen vermogensbelasting over het opgebouwde tegoed te betalen. Wanneer de lijfrente tot uitkering komt, betaal je wel inkomstenbelasting over het uitgekeerde bedrag.

  • Wat te doen met een oud regime lijfrenteverzekering- Op deze website staat banksparen centraal. Banksparen is één van de mogelijkheden die u heeft op het moment dat u een expirerende oud-regime lijfrenteverzekering bezit. Zoals u op deze pagina kunt lezen, is banksparen echter niet de enige mogelijkheid die u heeft bij een oud regime lijfrente.

  • Al decennia lang sluiten mensen lijfrente producten af om fiscaal vriendelijk vermogen op te bouwen "voor later". In het verleden zijn de fiscale regels rondom lijfrentes een aantal keer aangepast. Dat heeft als gevolg gehad dat het tegenwoordig afhangt van het moment van afsluiten van het lijfrenteproduct welke mogelijkheden u heeft op het moment dat de lijfrente expireert. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen oud regime lijfrentes en nieuw regime lijfrentes. Een oud regime lijfrente is een lijfrenteverzekering die:

    • ingegaan is voor 16 oktober 1990;

    • ingegaan is op of na 16 oktober 1990 maar voor 1 januari 1992 en waarbij sprake is van een koopsom storting (bedrag ineens gestort in de polis).

  • Op het moment dat een oud regime lijfrente expireert, heeft u de volgende mogelijkheden:

    • u laat het bedrag van de expirerende lijfrenteverzekering direct op uw rekening storten;

    • u sluit een direct ingaande lijfrenteverzekering af;

    • u opent een direct uitkerende bankspaarrekening;

    • u sluit een uitgestelde lijfrenteverzekering af;

    • u opent een bankspaarrekening die nog niet tot uitkering komt.

  • Deze mogelijkheden worden hieronder uitgebreid beschreven.

  • Op het moment dat u de expirerende lijfrente direct tot uitkering laat komen (bedrag ineens op uw rekening), dient u over dit bedrag inkomstenbelasting te betalen. In het jaar dat lijfrente uitgekeerd wordt, dient u het uitgekeerde bedrag op te tellen bij alle andere inkomstenbestanddelen die in Box 1 vallen. In Nederland geldt een progressief belastingtarief in box 1. Dat wil zeggen: hoe hoger het inkomen in Box 1, des te hoger het belastingtarief dat geldt. Dankzij het progressieve karakter van de belastingheffing is de kans groot dat er bij direct uitkeren veel belasting over de lijfrente berekend wordt. In de praktijk wordt daarom vrijwel alleen gekozen voor direct uitkeren als er sprake is van een laag expiratiebedrag (kleine lijfrente).

  • U kunt er voor kiezen om de expirerende lijfrente om te zetten naar een direct ingaande lijfrenteverzekering. Dat is een verzekering waarbij het in de verzekering opgebouwde bedrag middels periodieke uitkeringen aan u uitgekeerd wordt. Over deze uitkeringen bent u inkomstenbelasting (Box 1) verschuldigd. U kunt de duur van de uitkering zelf bepalen, zolang er maar voldaan wordt aan de 1% sterftekans regel. Dat wil zeggen dat de duur van de uitkeringen minimaal zo lang moet zijn dat er volgens officiële sterftetabellen 1% kans is (om precies te zijn 0,94%) dat de verzekerde in die periode komt te overlijden. De maximale uitkeringsperiode is levenslang. Dat wil zeggen dat de verzekeraar een periodieke uitkering verzorgt totdat de begunstigde komt te overlijden.

  • Een lijfrenteverzekering biedt u nog een andere mogelijkheid. Het is mogelijk om de uitkeringen te schenken aan iemand anders. Veel mensen die de uitkeringen uit een lijfrenteverzekering zelf niet nodig hebben, kiezen voor de optie om te schenken aan kinderen of kleinkinderen. Vooral als de (klein)kinderen zelf geen of nauwelijks inkomen hebben, kan dit fiscaal zeer interessant zijn. Schenken kan alleen als gekozen wordt voor een lijfrenteverzekering. Indien gekozen wordt voor banksparen (zie volgende optie), dan is schenking niet mogelijk.

  • De direct uitkerende bankspaarrekening is de bancaire variant van de hierboven vermelde direct ingaande lijfrenteverzekering. Bij een direct ingaande bankspaarrekening wordt het geld uit de expirerende lijfrente gestort bij een bank of een beleggingsinstelling. U kunt vaak kiezen tussen sparen (lijfrentespaarrekening) of beleggen (lijfrentebeleggingsrecht). Net als bij de lijfrenteverzekering ontvangt u vanaf de bankspaarrekening periodieke uitkeringen die als inkomen kunnen dienen.

  • Op het moment dat u het vermogen dat opgebouwd is binnen de lijfrenteverzekering nog niet direct nodig heeft, kunt u er voor kiezen om de uitkering uit te stellen tot een later moment. Vaak kunt u de bestaande lijfrenteverzekering verlengen of er voor kiezen om een uitgestelde lijfrenteverzekering bij een andere maatschappij af te sluiten. Indien u kiest voor een uitgestelde lijfrenteverzekering, blijft het expirerende kapitaal nog in stand en kan er over dit volledige kapitaal gedurende de uitstelfase extra rendement gehaald worden. Hierdoor kan het lijfrentekapitaal verder aangroeien. Indien u bij een oud regime lijfrenteverzekering kiest voor een uitgestelde lijfrenteverzekering, blijft het fiscale regime in tact. Dus op het moment dat de uitstelfase voorbij is, heeft u wederom de op deze pagina beschreven keuzes.

  • De uitgestelde bankspaarrekening is de bancaire variant van de hierboven vermelde uitgestelde lijfrenteverzekering. Bij een uitgestelde bankspaarrekening wordt het geld op een bankspaarrekening gestort en wordt er nog een periode met dit geld gespaard of belegd. Deze optie wordt bij een oud regime lijfrenteverzekering echter niet vaak gekozen. Dit hangt samen met het feit dat een bankspaarrekening altijd een nieuw regime lijfrente is. Op het moment dat u bij het expireren van een oud regime lijfrenteverzekering het geld stort op een bankspaarrekening, veranderd het regime van de lijfrente van oud naar nieuw regime. Dat betekent dat de extra mogelijkheden die een oud regime polis biedt ten opzichte van een nieuw regime polis komen te vervallen.

  • Wat te doen met een expirerende nieuw regime lijfrente- Een expirerende lijfrente is een lijfrente waarvan de opbouwfase afloopt. Op het moment dat een lijfrente expireert, dient u te bepalen wat u met het vrijkomende lijfrentekapitaal wenst te doen. De mogelijkheden hangen voor een belangrijk deel af van het fiscale regime waaronder de lijfrente valt. Op deze pagina gaan we in op de mogelijkheden die u heeft bij een nieuw regime lijfrente.

  • Een nieuw regime lijfrente is een lijfrenteverzekering of bancaire lijfrente die:

    • ingegaan is na 1 januari 1992;

    • ingegaan is op of na 16 oktober 1990 maar voor 1 januari 1992 waarbij sprake is van een gespreide betaling van de premies (bedrag in perioden gestort in de polis);

  • Het nieuw regime voor lijfrentes is veel strenger dan het oud regime. Dat houdt in dat je bij een nieuw regime lijfrente die expireert minder mogelijkheden hebt dan bij een oud regime lijfrente. Welke mogelijkheden er bestaan bij een nieuw regime lijfrente, wordt hieronder uiteengezet.

  • Op het moment dat een nieuw lijfrente expireert, heeft u de volgende mogelijkheden:

    • u sluit een direct ingaande lijfrenteverzekering af;

    • u opent een direct uitkerende bankspaarrekening;

    • u sluit een uitgestelde lijfrenteverzekering af;

    • u opent een bankspaarrekening die nog niet tot uitkering komt.

  • Deze mogelijkheden worden hieronder uitgebreid beschreven.

  • De expirerende lijfrente kan bij expiratie omgezet worden naar een direct ingaande lijfrenteverzekering. Dat is een verzekering waarbij het in de verzekering opgebouwde bedrag middels periodieke uitkeringen aan u uitgekeerd wordt. Over deze uitkeringen bent u inkomstenbelasting (Box 1) verschuldigd. Er gelden bij een nieuw regime lijfrente een aantal belangrijke voorwaarden en regels rond het moment waarop de uitkeringen mogen beginnen en de duur van de uitkeringen. Wij hebben deze voorwaarden en regels hieronder voor u op een rij gezet:

    • type lijfrente: levenslange oudedagslijfrente

      Een levenslange oudedagslijfrente moet ingaan voor de 72e verjaardag van de verzekerde. Bij een expirerende lijfrente die afgesloten is na 1 oktober 2001 is de uitstelfase beperkt tot wettelijk tot vijf jaar na de AOW-datum. De uitkeringsperiode van de levenslange oudedagslijfrente duurt tot het overlijden van de verzekerde. Iemand die kiest voor een levenslange uitkeringstermijn is er dus zeker van dat er tot het moment van overlijden uitgekeerd kan worden. Het zogenaamde "langlevenrisico" wordt bij deze optie dus verschoven naar de verzekeraar.

    • type lijfrente: tijdelijke oudedagslijfrente

      Bij een tijdelijke oudedagslijfrente is de uitkeringsperiode beperkt tot een vooraf vastgestelde periode. De uitkeringsperiode dient minimaal 5 jaar te zijn. Bij hogere lijfrentekapitalen moet u er rekening mee houden dat er beperkingen gelden met betrekking tot de jaarlijks uit te keren bedragen. In 2019 geldt dat er maximaal 21.741 euro uitgekeerd mag worden (op jaarbasis). Bij hoge lijfrentekapitalen kan het dus voorkomen dat de minimale uitkeringstermijn (veel) langer moet worden dan de hierboven vermelde 5 jaar. De ingangsdatum van de tijdelijke oudedagslijfrente moet - net als bij de levenslange oudedagslijfrente - ingaan voor de 72e verjaardag van de verzekerde.

    • type lijfrente: overbruggingslijfrente

      Een overbruggingslijfrente kan alleen nog gekozen worden als de lijfrenteverzekering afgesloten is vóór 1 januari 2006. Een overbruggingslijfrente kan gebruikt worden om vervroegd met pensioen te gaan. De ingangsdatum van de lijfrentetermijnen bij een overbruggingslijfrente kunt u vrij bepalen. De uitkeringen dienen echter altijd te eindigen op de datum van pensionering (uiterlijk bij het bereiken van de 67-jarige leeftijd). Bij de overbruggingsuitkering mag de totale uitkering op jaarbasis maximaal EUR 63.288,- bedragen (over het jaar 2020, net als in voorgaande jaren). Of te wel een lijfrente uitkering van maximaal EUR 5.274,- bruto per maand.

  • De direct uitkerende bankspaarrekening is het alternatief op het gebied van banksparen voor de direct ingaande lijfrenteverzekering. Bij een direct ingaande bankspaarrekening wordt het geld uit de expirerende lijfrente gestort op een geblokkeerde (banksparen)rekening bij een bank of een beleggingsinstelling. Bij banksparen kunt u kiezen tussen sparen (lijfrentespaarrekening) of beleggen (lijfrentebeleggingsrecht). Niet alle maatschappijen bieden zowel sparen als beleggen aan. Net als bij de direct ingaande lijfrenteverzekering ontvangt u bij de direct uitkerende bankspaarrekening direct vanaf het begin periodieke uitkeringen die als (aanvullend) inkomen kunnen dienen.

  • Indien u het expirerende lijfrentekapitaal nog niet direct nodig heeft, kunt u er voor kiezen om de uitkering uit te stellen tot een later moment. Het lijfrentekapitaal kan in die periode nog aangroeien tot een hoger bedrag. Uitstellen kan niet onbeperkt. Indien u kiest voor het uitstellen van de uitkeringen, is het vaak interessant om de aanbieding van de verzekeraar waar uw lijfrente loopt te vergelijken met de mogelijkheden bij een andere verzekeraar (of de mogelijkheden van banksparen).

  • De uitgestelde bankspaarrekening is het alternatief op het gebied van banksparen voor de uitgestelde lijfrenteverzekering. Bij een uitgestelde bankspaarrekening wordt het geld op een bankspaarrekening gestort en wordt er nog een periode met dit geld gespaard of belegd.